Bilzen en Bouts: oude vrienden

Als dé Limburgse brandstofleverancier bevoorraden we al meer dan 60 jaar in Bilzen.
Vele gezinnen en bedrijven uit deze gemeente kunnen rekenen op ons.
Altijd met volle goesting! Voor een lekker warm huis zorgen we goed voor mekaar.

Landcommanderij Alden Biesen

In de 12de eeuw ontstonden overal in Europa verschillende ridderorden met één gemeenschappelijk doel, de verdediging van het christendom.
Zo ook de Duitse Orde of Teutoonse Orde, een geestelijke ridderorde die zowel uit ridders als uit priesters bestond, in 1189 gesticht in Akko (Palestina) tijdens de derde kruistocht (1189-1192). Evenals de leden van de Tempeliers en de Johannieterorde legden deze ridders van de Duitse Orde de kloostergelofte van kuisheid, gehoorzaamheid en armoede af en beloofden zij het Heilige Land te zullen verdedigen tegen ongelovigen.

In 1220 schonk graaf Arnold III van Loon, samen met zijn zus Mechtildis, abdis van Munsterbilzen, een bedevaartkapel met aanhorigheden gelegen in Rijkhoven-Bilzen aan de Duitse Ridderorde. De schenking was ‘in de biezen’ gelegen, vandaar de naam ‘Biesen’.
Deze militaire ordebroeders mochten zich verheugen op talrijke giften en voorrechten en op vrij korte tijd groeide deze vestiging uit tot hét centrum van de ordebezittingen in het Maas-Rijngebied: “Alden Biesen”, met twaalf onderhorige commanderijen. Waarom ‘Alden’ Biesen? Toen in Maastricht een nieuw huis werd gesticht, kreeg het de naam "Nieuwe Biesen" en het oude huis heette van toen af "Oude Biesen" of "Alde(n) Biesen".

Op het toppunt van haar macht telde de Duitse Orde 300 commanderijen in West- en Noord-Europa.
Maar in de 15e eeuw 'ontaardde' de orde. In de 17e eeuw werd ze een adellijke ridderorde met hoge inkomsten. De 'sobere huizen' van de orde werden adellijke residenties.

De landcommanderij zou tot het eind van de 18de eeuw de hoofdresidentie blijven van de provincie of balije Biesen. Daarna seculariseerde het Franse revolutionaire regime de Ordebezittingen en in 1797 werd Alden Biesen verkocht. De familie Claes en haar nazaten verbleven op het kasteel tot in 1971 een zware brand de burcht vrijwel volledig.

Naast Bilzen zelf liggen in de gemeente nog de deelgemeenten Beverst, Eigenbilzen, Grote-Spouwen, Hoelbeek, Hees, Kleine-Spouwen, Martenslinde, Mopertingen, Munsterbilzen, Rosmeer, Rijkhoven en Waltwilder. Op het grondgebied van Beverst ligt nog het gehucht Schoonbeek, gescheiden van het centrum van Beverst door de Demer.
Elke gemeente kent een heel rijke gerschiedenis. Dit vertaald zich in de vele kastelen en ruïnes, monumenten.

De Sint-Bertiliabron

De Bertiliabron is oorspronkelijk ontsproten uit een heidense cultus ter ere van Rosmerta, de Keltische brongodin van de vruchtbaarheid en de overvloed. Haar attributen waren de hoorn des overvloeds en de geldbuidel.

Omstreeks 650 werd dit gebruik gekerstend en zo werd de bron een bekend bedevaartsoord. Op de eerste zondag van mei legden honderden bedevaarders zevenmaal de weg af tussen de bron en de kerk. Ze riepen de heilige aan tegen kinderziektes en besmettelijke aandoeningen bij mens en vee. De pelgrims gooiden linnen lapjes en stukjes stof van de zieken in het water. Als het lapje bleef drijven, dan waren hun gebeden verhoord. Als het onderging, dan moest men nog een keer op bedevaart komen.

In Rosmeer wordt Sint-Bertilia van Maroeuil vereerd. Deze heilige deed een bron ontspringen en ging op het einde van haar leven in een cel wonen tegen het kerkkoor van Maroeuil.
Samen met Sint-Eutropia van Rijkel en Sint-Genoveva van Zepperen, werd zij ook in Brustum vereerd. Ze werden de Heilige Drie Gezusters genoemd, omdat de drie bedevaartplaatsen op één dag bezocht konden worden.
Omdat de bedevaart naar Rosmeer de oudste was, werd Bertilia moeder genoemd.
Ook nu nog wordt Sint-Bertilia alle zondagen van mei in de kerk van Rosmeer vereerd.